Minimum Leeftijd

Om praktijkexamen te mogen doen moet je eerst in het bezit zijn van het theoriecertificaat. Voor deelname aan zowel het theorie- als het praktijkexamen moet je minimaal zestien en een half jaar zijn. Deze leeftijdsgrens geldt ook voor de rijlessen.

Het Examen

Het praktijkexamen voor de personenauto duurt 55 minuten. Hiervan is een kwartier beschikbaar voor een introductie en voor de toelichting op de uitslag achteraf. Vraag je instructeur om mee te rijden en bij het eindgesprek aanwezig te zijn. Dan leer je des te meer van het examen.

Vooraf

In het examencentrum maak je eerst kennis met de examinator. Deze legt uit hoe het examen verloopt. Daarna volgt op de parkeerplaats een ogentest, waarbij je het kenteken van een stilstaande auto moet kunnen lezen op een afstand van ongeveer 25 meter. Vervolgens vraagt de examinator je een aantal voorbereidings- en controlehandelingen uit te voeren aan de examenauto.

De Rit

Dan begint de rit. De examinator let onder meer op je beheersing van de auto, kijkgedrag, voorrang verlenen en het rekening houden met andere weggebruikers. Hij beoordeelt je op tien examenonderdelen, zoals het in- en uitvoegen, het gedrag bij kruispunten en de bijzondere verrichtingen. Tijdens het praktijkexamen word je beoordeeld op je verkeersinzicht en of je zelfstandig kunt rijden. Daar zijn vijf nieuwe examenonderdelen voor ontwikkeld:

Fouten

Je krijgt tijdens het examen alle gelegenheid te laten zien wat je kunt. Helemaal foutloos hoeft niet, het gaat om het totaalbeeld. Belangrijk is hoe je reageert op het overige verkeer en of je de situatie meester bent. Kortom, de examinator bekijkt of je voldoende in huis hebt om veilig en zelfstandig aan het verkeer deel te nemen. Als je tijdens de tussentijdse toets een vrijstelling hebt verdiend voor de bijzondere verrichtingen, dan wordt dit onderdeel overgeslagen bij het eerstvolgende examen.

De Uitslag

Direct na afloop vertelt de examinator in het examencentrum de uitslag. Ben je gezakt, dan licht de examinator toe welke onderdelen onvoldoende waren.

1 Zelfstandig Route Rijden:

Zonder aanwijzingen van de examinator rijd je een deel van het examen je eigen route. Dus geen examinator meer die zegt 'Eerste straat rechts, bij de verkeerslichten links'. Dat zelfstandig rijden kan op meerdere manieren. Zo kan de examinator je vragen naar een bekend punt te rijden, bijvoorbeeld een sporthal. Of je rijdt ergens heen met behulp van een navigatiesysteem, als je daarmee hebt leren werken. Ook kan de examinator je meerdere routeopdrachten tegelijk geven. Ais je de locatie niet bereikt is dat geen ramp. Het gaat erom dat je laat zien dat je zelf verantwoorde keuzes maakt in het verkeer.

2 Zelfstandig Een Bijzondere Manoeuvre Uitvoeren:

Tijdens je examen voer je twee bijzondere manoeuvres uit. Zo kan de examinator je vragen om in een straat een veilige mogelijkheid te zoeken om te keren. Of om zo dicht mogelijk bij een supermarkt te parkeren. Jij bepaalt dan wanneer, waar en hoe je dat doet. Steeds houd je dus zelf rekening met de veiligheid en de doorstroming. Dat je de auto hiervoor goed moet beheersen spreekt voor zich.

3 Vragen Over Een Verkeerssituatie:

Als zich tijdens de examenrit een bepaalde verkeerssituatie heeft voorgedaan, kan de examinator je vragen de auto even aan de kant te zetten. Je kunt dan enkele vragen krijgen om na te gaan hoe je de verkeerssituatie hebt aangepakt. Het betekent dus niet dat je een fout gemaakt hebt.

4 Zelfreflectie:

Thuis of tijdens je rijlessen vul je een vragenlijst in. De lijst geef je aan het begin van het examen aan de examinator. Deze bekijkt jouw antwoorden pas na de examenuitslag en bespreekt samen met jou de antwoorden. Zo krijg je een beeld van je sterke en verbeterpunten in het verkeer. Daardoor weet je waar jij na je examen risico's loopt en waar je dus nog aan moet werken.

5 Milieubewust Rijden:

Voor een beter milieu en voor je eigen portemonnee is het belangrijk dat bestuurders milieubewust autorijden (volgens de principes van Het Nieuwe Rijden). In het vernieuwde rijexamen wordt daarom onder meer aandacht besteed aan de bandenspanning en of je op het juiste moment schakelt.

Het Rijbewijs Ophalen

Met je legitimatie ,een pasfoto’s en het vereiste geld kun je bij het gemeentehuis in je woonplaats je rijbewijs verkrijgen. Om voor het rijbewijs in aanmerking te komen, moet je op het moment van aanvraag in Nederland wonen en in het jaar daarvóór minstens 185 dagen in Nederland hebben gewoond.